Mijn droom over een spin


Op een nacht kreeg ik een prachtige droom over een spin. Ik neem je mee in de droom:
Er is een spinnetje, dat de hele tijd om me heen blijft schieten als ik samen met mijn zus een wandeling maak. Ik probeer het spinnetje van me af te schudden want ik vind hem eng, maar dat lukt niet. Af en toe doet hij wel iets grappigs, maar toch blijf ik bang voor hem. Op een bepaald moment rent de spin voor ons uit en gaat een ruimte binnen, een soort wachtkamer in. We zijn nieuwsgierig wat hij daar gaat doen, dus steken we ons hoofd om de deur van de wachtkamer. In de kamer ligt een man op de grond, en er staan diverse mensen om de liggende man heen. De spin is op het hoofd van de man gekropen en haalt een paar tranen weg uit zijn ooghoek. De tranen hangen nu als druppels aan de poten van de spin, en zo waggelt de spin naar de betonnen vloer. Het lijkt alsof er kleine belletjes tinkelen als de spin van de man af loopt. Op de betonvloer schudt de spin de tranen uit zijn poten en dan blijken de tranen diamantjes te zijn geworden. De diamantjes vallen rinkelend op de grond.
Dat vond ik zo'n prachtige droom, ik werd er ontroerd van. Naar mijn idee geeft de droom aan dat ik dat te doen heb in het leven: tranen opvangen en daar diamantjes van maken. Want verdriet en liefde zijn twee kanten van dezelfde medaille, al vergeten we dat soms zo te zien.